Noordzeevissen worden op heel uiteenlopende manieren gevist. Hier een beknopt overzicht.

Eerst dit: je kan de vistechieken in twee categorieën opsplitsen. De actieve en de passieve methode.

Actieve vismethode

Sleepnetten zijn trechtervormige netten die over de bodem worden gesleept (bodembordennetten en boomkor) of zwevend door de waterkolom worden getrokken (pelagische sleepnetten).

Zegens en ringnetten hebben als principe dat een school vis ingesloten wordt door er met een omtrekkende beweging rond te varen. Men onderscheidt enerzijds zegens zonder sluitlijn, zoals de Deense zegen die in ondiep water wordt gebruikt en de Schotse zegen die in dieper water wordt toegepast. Anderzijds zijn er ook de ringzegens (vaak aangeduid met de Engelse term ‘purse seining’) waarbij, na het omsluiten van de school vissen, de sluitlijn in het onderkant van het net wordt dichtgetrokken.

Dreggen zijn metalen frames, waar al dan niet een klein net aan gemonteerd is, die door de zeebodem worden getrokken. De dreg schept de in de bodem levende dieren op, en vangt daarnaast ook dieren mee die zich op of net boven de bodem bevinden. Ze worden vooral gebruikt om schelpdieren te vissen.

Passieve vismethode

Kieuwnetten en soortgelijke staande netten is de samenvattende term voor alle vismethoden waarbij een net verticaal in het water staat of hangt (ook wel staand want genoemd). Vissen zwemmen er vrijwillig in of worden er met behulp van de stroming in gebracht. Er bestaan twee soorten: kieuwnetten en warrelnetten.

Haken en lijnen bestaan uit een lijn waaraan vishaken (meestal met aas) of andere lokmiddelen bevestigd zijn. De beuglijn bestaat uit één hoofdlijn (die van een lang of minder lang formaat kan zijn) en waarop talrijke zijlijnen met haken zijn bevestigd. Beuglijnen kunnen ingezet worden in de waterkolom of op de bodem.

Korven en vallen onder de vorm van fuiken, weren, korven en potten.

(Bronnen: Ethic Ocean, Zeevruchtengids, VLIZ).